Wat is domotica en wat is HEMS?
Domotica staat voor het automatiseren van processen en afhandelingen van huishoudelijk apparatuur. De aansturing wordt gedaan door middel van software. Dit kan door spraaksturing of kan voorgeprogrammeerd zijn op basis van een tijdsplanning of als/dan situaties. Bij spraaksturing kun je denken aan Google Assistent die je kan vragen het licht uit te doen of muziek af te spelen. Bij een programmering op basis van tijdsplanning kun je denken aan een thermostaat die aangaat op het moment dat je normaal gesproken thuis komt. Bij voorprogrammering op basis van als/dan situaties kun je denken aan een zonnewering die automatisch naar beneden gaat als de zon schijnt. Bij de laatste optie zijn vaak ook sensoren nodig (die bijvoorbeeld detecteren dat de zon schijnt). Domotica kan worden aangestuurd door een app, vaak het geval als er slechts één apparaat wordt aangestuurd, of een domoticahub, vaak een losstaand kastje of apparaatje, als er meerdere apparaten in samenhang moeten worden aangestuurd.
Daarnaast wordt domotica ook in de zorg gebruikt. Zo wordt zorgdomotica gebruikt om met sensoren een oogje in het zeil te houden zonder dat er camera’s aan te pas hoeven te komen of wordt door het automatiseren van bepaalde handelingen (bijvoorbeeld het licht aan en uit doen) het aantal bewegingen gelimiteerd, waardoor valpartijen voorkomen kunnen worden. Tot slot is er domotica die automatisch apparaten uitschakelt om brandgevaar en energieverspilling te voorkomen.
HEM staat voor Home Energy Management. Dit is een systeem dat verschillende grote energiegebruikers binnen een huishouden aanstuurt en het energiegebruik optimaliseert binnen vooraf ingestelde parameters. Zo kan je met HEM de laadpaal of warmtepomp aansturen op basis van lage energieprijzen, het aanbieden van flexibiliteit op de balanceringsmarkten of het vergroten van het de het gebruik van de opwek van energie uit eigen zonnepanelen. Op dit moment worden de meeste van deze apparaten (warmtepomp, laadpaal, thuisbatterijen) individueel aangestuurd met een app of een functie in het apparaat zelf. Zo bestaan er al verschillende laadpalen die je laadsessie kunnen afstemmen op de opwek van je zonnepanelen of mee kunnen bieden op de balanceringsmarkten. HEM bestaat meestal uit een los kastje met hard- en software en een aantal aanstuurbare apparaten, wat samen een Home Energy Management Systeem (HEMS) vormt. Echter, om van HEM te spreken moet er meer dan één apparaat in samenhang worden aangestuurd. (een slimme thermostaat is nog geen HEMS).
Wat zijn de verschillen?
Er zijn een aantal verschillen tussen domotica en HEM. Het eerste, meest voor de hand liggende verschil is op welke apparaten de twee gebieden zich focussen. Domotica richt zich op alle huishoudelijke apparatuur, maar voornamelijk op de meest zichtbare, zoals media, licht en beveiliging. HEMS’en richten zich vaker alleen op de grote energiegebruikers, zoals warmtepompen, laadpalen en zonnepanelen (zie ook figuur 1).
De reden voor een verschil in focus van apparaten hangt samen met de doelstelling van beide gebieden. De doelstelling van domotica is gemak bieden aan gebruiker. Door van alles te automatiseren, in te programmeren, en spraakgestuurd te maken hoeft de gebruiker er niet zelf meer over na te denken. De automatisering van apparaten wordt geoptimaliseerd aan hand van het comfort. Een andere reden voor het installeren van domotica kan een financieel voordeel zijn, bijvoorbeeld door te focussen op energiebesparing.
De doelstelling van HEMS’en ligt echter heel ergens anders, namelijk het slimmer gebruik maken van energie. Dit betekent dat HEM bijdraagt aan een stabiel en gebalanceerd energiesysteem. Dit kan onder andere door het verminderen van energiegebruik door bijvoorbeeld slimmer te verwarmen en te koelen, verkeerde instellingen of mankementen in apparaten te detecteren of systemen beter op elkaar af te stemmen (bijvoorbeeld ventilatie en verwarming). Maar het grootste voordeel van HEM zit in het verplaatsen van het moment wanneer energie gebruikt wordt. Zo kan een HEMS het gebruik van deze apparaten afstemmen op de opwek van eigen zonnepanelen (verhogen van zelfconsumptie). Een andere optie is de flexibiliteit die deze apparaten bieden in energiegebruik, aan te bieden aan een aggregator die deze dan vervolgens kan verhandelen op de balanceringsmarkten. Tot slot kan HEM ook het energiegebruik afstemmen op de energieprijzen (dynamische energieprijzen) en voornamelijk inzetten op energiegebruik wanneer de prijzen laag zijn. Omdat dat vaak betekent dat er ook veel energie beschikbaar is, draagt HEM ook bij aan het slimmer gebruik maken van energie. Vanzelfsprekend brengen al deze opties ook een financieel voordeel mee, behalve het verhogen van zelfconsumptie vanwege de huidige salderingsregeling. Overigens is comfort niet de hoofddoelstelling van HEM, maar kan een HEMS comfortlevels wel als parameters gebruiken waarin het kan optimaliseren. Met HEM kan je hierdoor goedkoper, energiezuiniger en slimmer dezelfde comfortniveaus behalen. In een enkel geval kan HEM ook bijdragen aan het verhogen van comfort (wanneer apparaten verkeerd afgesteld staan).
Daarnaast is er nog een verschil in de manier van aansturen. Domotica maakt vaak gebruik van spraaksturing en voorgeprogrammeerde algoritmes. Deze algoritmes kunnen door de ontwikkelaar van de software kunnen worden aangeboden, waarbij de gebruiker enkele parameters of opties kan kiezen, of deze kunnen door de gebruiker zelf bedacht en geprogrammeerd zijn. Domotica heeft namelijk ook een hoog do-it-yourselfgehalte, waardoor er meerdere leveranciers van domoticahubs zijn, die de gebruiker veel vrijheden geven in hoe en wat de gebruiker wilt aansturen. Domoticahubs maken daarbij vaak gebruik van data uit sensoren en aansturingshardware die boven op het apparaat geïnstalleerd zijn (zoals slimme stopcontacten of verwarmingsknoppen), hoewel er ook steeds meer apparaten zijn waar domoticasoftware direct op kan ingrijpen.
HEMS’en daarentegen worden gekenmerkt doordat ze ontwikkeld worden door professionele partijen met veel verstand van energie en energiemarkten. HEMS’en gebruiken dan ook voornamelijk data uit de slimme meter en de apparaten zelf en grijpen dan ook direct in op de apparaten zelf. Gezien de apparaten nog niet dezelfde protocollen gebruiken, vereist dit ook een vertaalslag van de softwareontwikkelaar. In tegenstelling tot domotica waar de doelstelling comfort is, en veel algoritmes simpele als/dan- statements zijn, heeft HEM een sterke focus op optimalisatie. Dit betekent vaak complexere algoritmes, die met veel verschillende factoren rekening moeten houden. In sommige gevallen zit hier zelfs een vorm van AI of zelflerende algoritmes in, maar vooralsnog wordt dit voornamelijk alleen in pilots toegepast.
Hoewel de doelstellingen dus verschillen zit hier ook overlap in (zie figuur 1). Zowel domotica als HEM kunnen bijdragen aan energiebesparing door slimmer te verwarmen (alleen als de bewoner thuis is, alleen de ruimtes waar een bewoners is, of op gunstige tijden) of door de gebruiker meer inzicht te geven in hun energiegebruik. Dit kan via een app of via een paneel aan de muur.

Hoe zien de markt van Domotica en HEM uit?
Een belangrijke reden waarom HEMS’en en domotica verschillende doelstellingen hebben is omdat ze vanuit een andere markt ontwikkeld zijn. HEMS’en worden door partijen ontwikkeld die al in meer of mindere mate betrokken zijn geweest op de energiemarkt. Dit kunnen bijvoorbeeld energieleveranciers (Tibber) zijn of zonnepaneelfabrikanten (SMA Energy Solutions), laadpaalfabrikanten (Witty Solar), en thuisbatterijproducenten (Lyv). De meest gangbare combinatie van apparaten die door de al op de markt bestaande HEMS’en worden aangestuurd zijn laadpalen en zonnepanelen, met een enkele keer een mogelijkheid tot het toevoegen van batterijen. Het verbinden van warmtepompen staat nog in de kinderschoenen, maar is technisch niet onmogelijk. De meeste van deze HEMS’en optimaliseren dan ook op het verhogen van zelfconsumptie. Enkele HEMS- of HEMS-achtige ontwikkelaars hebben ook een licentie om te handelen op balancerings- of elektriciteitsmarkten (Friday Energy (thuisbatterijen), Jedlix (laadpalen)). Hierbij kunnen ze dus optreden als aggregator die verschillende assets verzamelen om aan te kunnen bieden op de markten. Verder zijn er ook nog HEMS- of HEMS-achtige ontwikkelaars die sturen op dynamische energieprijzen (Bliq, Seita). Tot slot zijn er ook veel partijen die een HEMS aanbieden, maar alleen focussen op energiebesparing (Viessman Energy Solutions).
Domotica vindt zijn oorsprong in de medische technologie en de gebouwbeheersystemen. Veel van de technologieën die gebruikt worden binnen domotica zijn oorspronkelijk ontworpen en toegepast in utiliteitsbouw. Een deel hiervan is doorontwikkeld voor medische toepassingen en kwam daarmee in de huiselijke sfeer terecht. Een ander deel is via toepassingen in grote villa’s in de huiselijke sfeer terecht gekomen. Ondertussen streven de ontwikkelingen binnen domotica de ontwikkelingen van gebouwbeheersystemen voorbij. Echter sinds domotica steeds meer een eigen markt begint te vormen, zien we voornamelijk dat spelers vanuit andere markten dan de medische technologie en gebouwbeheersystemen hier actief zijn.
Een groot deel van de domoticabedrijven komt uit de softwarewereld. Bekende voorbeelden zijn Google Nest en Apple Homekit. Dit zijn vaak dichtgetimmerde systemen, wat aan de ene kant gebruiksgemak voor de eindgebruiker oplevert, maar andere kant ook weinig aanpassingsmogelijkheden heeft. Deze ontwikkelaars produceren echter zelf geen hardware, en maken dus wel gebruik van hardware van verschillende fabrikanten die hun apparaten aan de protocollen van de grote bedrijven moeten laten voldoen. Voor bijna al deze hardware geldt dat ze ook zelfstandig zijn aan te sturen via een app van de hardwarefabrikant (bijvoorbeeld Phillips Hue lampen).
Daarnaast zijn er ook een aantal domoticaontwikkelaars die oorspronkelijk uit een hele andere markt kwamen. Deze hebben veelal eerst hun eigen markt geautomatiseerd, waarna ze zijn overgestapt op het ontwikkelen van meer producten die samen kunnen werken met hun eerste marktproducten en daaromheen ook een eigen hub hebben ontwikkeld. Een goed voorbeeld is Somfy, die begonnen is als zonwering, maar nu een heel scala aan aanstuurbare apparaten en sensoren verkoopt, inclusief hub om het aan te sturen. Andere voorbeelden zijn Bosch of Honeywell.
Buiten deze grote spelers zijn er ook veel kleinere spelers actief, die meer focussen de do-it-yourselfkant van domotica. Deze werken met vaak open source software (Home-assistent) en ze bieden de mogelijkheden om de gebruiker door middel van een versimpelde interface bepaalde als/dan algoritmes te definiëren of routines op te stellen (Homey). Omdat ze niet gebonden zijn aan één bedrijf bieden ze een verscheidenheid aan API’s die als tolk kunnen dienen tussen de verschillende protocollen van verschillende apparaten, zodat apparaten van veel verschillende leveranciers aan geïntegreerd kunnen worden in het systeem. Hoewel dit veel mogelijkheden biedt, is dit vaak voor de eindgebruiker en de ontwikkelaar een stuk arbeidsintensiever omdat er gewoonweg meer opties zijn die ingeprogrammeerd moeten worden.
Wat kunnen de HEM-wereld en de domoticawereld van elkaar leren?
Vooralsnog lijken de werelden van domotica en HEM twee gescheiden werelden. De protocollen waar HEMS’en gebruik van maken sluiten niet aan op de protocollen die door domotica gebruikt worden. Sowieso is er in beide markten een groot gebrek aan standaardisatie. In de domotica-wereld is er een redelijke kans dat de grote spelers zoals Google, Apple en Amazon de uiteindelijke standaard gaan bepalen omdat veel hardware ontwikkelaars hun producten zo ontwikkelen dat deze in ieder geval compatibel zijn met deze producenten. Er worden door verschillende partijen gewaarschuwd dat dit het risico van lock-in met zich meebrengt. Een lock-in is een situatie waarin de afnemer of gebruiker geen alternatieve opties heeft bij de keuze voor een product of dienst. Ook bij HEM is dat risico er, al is de markt daar meer versnipperd. Hier is het juist waarschijnlijker dat de grote hardwarebedrijven (warmtepompen, laadpalen, zonnepanelen) in plaats van de softwarebedrijven de standaard gaan bepalen, omdat juist zij een groter marktaandeel hebben dan HEMS-producenten.
Echter wordt er in de domoticawereld hard gewerkt aan open en gestandaardiseerde protocollen. Zo is onlangs Matter gelanceerd, een protocol dat de communicatie tussen apparaten van verschillende fabrikanten makkelijk mogelijk moeten. Matter is ontwikkeld door onder andere grote spelers zoals Google, Amazon en Apple, maar ook tal van andere bedrijven. Ook Thread, een protocol om een binnenshuis netwerk te creëren is ook uit een alliantie van veel verschillende bedrijven ontstaan. In de HEM-wereld zijn de initiatieven om standaard protocollen te ontwikkelen nog een stuk minder volwassen, op OCP en S2 na. Er is daarom een kans dat HEMS’en gebruik gaan maken van de protocollen die in de domotica zijn ontwikkeld.
Veel HEMS’en zijn gefocust op optimalisatie binnen door de gebruiker ingestelde parameters. Hierin wordt het één en ander met sensoren gemeten, maar deze sensoren meten meestal het energiegebruik van apparaten of de omgevingsfactoren. Op basis daarvan kan er met lerende algoritmes nog wel slim op het gedrag van de eindgebruiker aangestuurd worden, bijvoorbeeld doordat het algoritme leert dat iemand altijd op hetzelfde moment de verwarming aanzet (overigens worden dit soort lerende algoritmes of kunstmatige intelligentie buiten pilotprojecten nog bijna nergens in HEM toegepast). Echter wordt er binnen HEM nog weinig het daadwerkelijk gedrag van de gebruiker gemeten en daarop de apparaten afgesteld. Zo is het bij domotica niet ongebruikelijk dat bewegingssensoren meten of de bewoner thuis is, of deursensoren meten of de bewoner vertrokken is. Vanuit de zorgdomotica zijn er zelfs mogelijkheden om te meten of iemand al in bed ligt. HEM zou dus meer gebruik kunnen maken van real-time data over de eindgebruiker (door gebruik van sensoren in en om het huis) om de aansturing van apparaten nog energiezuiniger te maken.
Verder speelt in de domoticawereld gezondheid een grotere rol. Zo kunnen domoticasystemen brandmelders en koolstofmonoxidemelders integreren. Maar ook biedt domotica mogelijkheden om het binnenklimaat te meten (luchtvochtigheid, co2) om op basis daarvan ventilatiesystemen aan te sturen. Zeker omdat ventilatie net als verwarmen en laden een continu proces is met enige buffer kunnen hier nog kansen liggen voor HEM-bedrijven om dit slim aan te sturen.
Komen het HEM-domein en het Domotica-domein dichter bij elkaar?
De meest prangende vraag is natuurlijk of domotica en HEM ooit op elkaar gaan aansluiten. Dit kan op twee manieren: of de apparaten die nu door HEMS’en worden aangestuurd (warmtepomp, laadpaal, zonnepanelen, batterij) kunnen op den duur ook door domotica-hubs worden aangestuurd, of apparaten die door domotica-hubs worden aangestuurd (lampen, media, beveiliging) gaan ook door HEMS’en aangestuurd kunnen worden. In het eerste geval zullen de domoticahubs ook nog een link met de energiemarkten moeten kunnen integreren. Er zijn dus twee routes: Of de HEMS-bedrijven gaan zich zo ontwikkelen dat ze andere huishoudelijke apparaten ook gaan aansturen, of domoticabedrijven (hubs en hardware) gaan zich verder uitbreiden in de energiewereld.
De eerste onzekerheid is of domoticabedrijven de apparaten met een groot energiegebruik gaan meenemen. Een warmtepomp lijkt voor de hand liggend om dat er al veel mogelijkheden zijn om de thermostaat in een domoticasysteem te integreren. De vraag blijft of hiermee de warmtepomp ook slim aangestuurd kan worden of dat directe ingrijpen op de warmtepomp daarvoor nodig is. Wat betreft zonnepanelen kan een domoticahub al met juiste sensor de p1-poort van een slimme meter of de inverter uitlezen. Er zijn al voorbeelden van domoticasystemen die naast de reguliere aanstuurbare apparaten ook de warmtepomp en zonnepanelen meenemen, vaak vanuit de doelstellingen energiemonitoring, energiebesparing en bestuurbaarheid via een app (Cleverhouse). Tot slot zijn er nog mogelijkheden om slim laden te integreren in het systeem, maar die vallen nog veelal in het HEMS-domein en zijn nog niet te integreren met een domoticahub. Dit komt omdat daar een connectie met Charge Point Operator voor nodig is en een link met de energieprijzen. Hetzelfde geldt voor batterijen, die daarom nog helemaal niet zichtbaar zijn binnen het huidige domoticadomein. De grote link met de energiemarkten ontbreekt vaak nog, hoewel er wel aanwijzingen zijn dat deze gaan ontstaan. Zo heeft Google onlangs met Nest een service gelanceerd waarmee je je energieverbruik kan afstemmen op de beschikbaarheid van duurzame energie. Het meest voor de hand liggend is dat domoticabedrijven zich vooral in de energiewereld zullen begeven via dynamische prijzen (wat neerkomt op het uitlezen van marktprijzen) of het vergroten van zelfconsumptie (wat neerkomt op het uitlezen van de omvormer van zonnepanelen). Handelen op flexibiliteitsmarkten is ingewikkeld en vereist een grotere expertise van de energiesector.
Gezien de focus van HEM op grote energiestromen, slimme algoritmes en automatisatie lijkt het onwaarschijnlijk dat deze kleiner huishoudelijk apparatuur gaan aansturen. Dit heeft te maken met het feit dat deze weinig vermogen toe voegen om mee te handelen of slim af te stemmen op prijzen. Voor de doelstelling van HEM lijkt er weinig te halen, bovendien ingewikkeld om deze kleinere huishoudelijk apparatuur mee te nemen in de optimalisatie van slimme algoritmes. Deze apparatuur leent zich een stuk beter voor handmatig in te regelen als/dan statements.
Eén grote uitzondering is Tibber. Dit bedrijf levert een contract met dynamische energieprijzen en een app die slim laden, slim verwarmen en inzicht vanuit je zonnepanelen kan faciliteren, waarmee je dus al ver in het HEMS-domein zit. Daarnaast is deze app ook te integreren met verlichting en een domoticahub, waardoor er nog meer apparaten aan hetzelfde systeem kunnen worden gekoppeld.
Al het bovenstaande beschouwend, is niet onwaarschijnlijk dat de domotica-wereld en de HEMS-wereld dichter naar elkaar toebewegen. De aanwijzingen nu zijn dat deze bewegingen voornamelijk vanuit de energieleveranciers zal komen, die domotica-ontwikkelaars om de arm nemen om extra diensten aan hun klanten te bieden, of vanuit domotica-ontwikkelaars die hun software uitbreiden zodat het compatibel is met de aansturingssystemen van de grote energieverbruikers.
Echter is het ook niet onwaarschijnlijk dat er altijd een scheidslijn zal bestaan tussen domotica en HEM, omdat de apparaten die ermee aangestuurd worden verschillen. Zo is laden en verwarmen een continu proces wat eventueel op- en afgeschaald kan worden, terwijl het gebruik van de vaatwasser en wasmachine niet zomaar onderbroken kan worden. Hoewel het voor de gebruiker handig is als alle apparaten aangestuurd kunnen worden vanuit dezelfde softwareomgeving, zullen de manieren waarop de gebruiker wilt dat bepaalde apparaten aangestuurd worden verschillen. Zo is er een hybride situatie denkbaar, waarbij de gebruiker met één app kan instellen dat hij wilt dat de software zelf de ideale momenten zoekt om te laden of te verwarmen binnen ingestelde parameters, en in diezelfde app kan instellen dat hij wilt dat alle lichten uitgaat als hij weggaat of dat de wasmachine die dag aanspringt op het moment dat de stroom die dag het goedkoopst is. Hierbij zie je dus een mix van apparaten die worden aangestuurd op basis van slimme optimalisatie en apparaten die via een als/dan statement worden aangestuurd. Echter is het voor de gebruiker wel fijn als dat beide via dezelfde softwareomgeving kan. Een hybride oplossing lijkt vooralsnog het meest waarschijnlijke scenario.
Wat is de waarde van domotica en HEM voor de energietransitie?
De waarde van HEM voor de energietransitie is redelijk evident omdat HEMS’en ontwikkeld worden om slimmer met energie om te gaan. Door energiegebruik te optimaliseren kan er winst behaald worden in het balanceren van het energiesysteem, het ontlasten van het net, en vergroten van de gebruik van duurzame energie. Doordat HEM zich voornamelijk focust op de grote energiegebruikers die bovendien ruimte hebben om hun energiegebruik aan te passen, wordt er met relatief weinig ingrijpen veel winst behaald.
Bij domotica is de winst voor de energietransitie minder vanzelfsprekend. Domotica is voornamelijk gericht op het vergroten van het comfort en het gemak van eindgebruikers, en niet direct op energiebesparing of het optimaliseren van de momenten van energiegebruik. Domotica kán wel helpen met energiebesparing, door inzicht te bieden in het energiegebruik en bepaalde handelingen die vaak vergeten worden te automatiseren (het aan en uit doen van apparaten of licht). Echter is inzicht in energiegebruik al op veel verschillende manieren te verkrijgen. Daarnaast kan het automatiseren van handelingen er juist voor zorgen dat er méér energie gebruikt wordt, wanneer automatisatie het comfort kan vergroten. Denk aan lichten die onnodig aanstaan omdat de bewegingsdetector nog moet detecteren dat er niemand meer aanwezig is, of het sluipverbruik van constant op stand-by staande sensoren en hubs, die vaak ook nog continu door aan het luisteren zijn op potentiële spraakcommando’s.
Sommige experts stellen dat domotica kan bijdragen aan de energietransitie wanneer we gaan meten op de prestatie van systemen in plaats van op de prestatie van apparaten. Zo kunnen we met behulp van domotica een gezond binnenklimaat creëren waarbij verschillende apparaten samenwerken en dat gehele systeem niet alleen beoordelen op hoe goed binnenklimaat het regelt, maar ook op energiegebruik.
Door op het niveau te kijken waarop apparaten samenwerken in plaats van op het niveau van apparaten zelf, kun je waarschijnlijk wel meer waarde halen uit de implementatie van domotica, maar alsnog blijft het de vraag hoeveel dit bij gaat dragen aan de energietransitie. De apparaten die binnen domotica vallen, zijn veelal geen hele grote energieslurpers. Zelfs het gebruik van een wasmachine en vaatwasser vallen mee, vergeleken met laadpalen en warmtepompen. Daarnaast zijn niet erg flexibel in inzet. Zeker wasmachines en vaatwassers niet, aangezien die geen continu proces hebben. Het beetje energiebesparing & flexibiliteit dat je kunt verkrijgen door een slim systeem neer te zetten, kan wellicht ook al behaald worden door de apparaten individueel energiezuiniger te maken. Dan is ook de belasting op het net lager en is er dus minder behoefte aan flexibiliteit. Er moet niet vergeten worden dat er ook meer materialen nodig zijn om alle huishoudelijke apparaten slim te maken. Voor een wasmachine of vaatwasser waar toch al iets van elektronica inzit, zal het wellicht minder uitmaken, maar alle lampen of gordijnen automatiseren vereist wel degelijk meer chips. Daarnaast zijn ook nog sensoren nodig, wat ook meer grondstoffen vraagt. Dan zijn de kosten nog niet meegerekend. Veel aanstuurbare apparaten zijn significant duurder dan de normale varianten. Het is niet zeker of die nog veel in kosten gaan dalen, zeker met de grondstoffenschaarste die langzaam steeds groter wordt. Daarnaast moet alles ook goed ingeregeld worden en de vraag is of de eindgebruiker daar zin in heeft. Natuurlijk kom je een eind met vooraf ingeprogrammeerde instellingen, maar omdat iedere gebruiker toch weer anders is kunnen dit juist suboptimale instellingen zijn. Tot slot zijn apparaten met meer digitale onderdelen ook foutgevoeliger (wat wellicht ook tot meer energiegebruik kan leiden) en hackgevoeliger.
Al met al kunnen er voordelen zitten aan het grootschalig toepassen van domotica in huishoudens, zoals comfort, gemak en gezondheid, maar zal de impact op de energietransitie beperkt blijven tot een beetje energiebesparing, waarvan maar de vraag is of dat opweegt tegen de kosten. Voor de energietransitie is het waarschijnlijk zinvoller om in te zetten op HEM en eventueel daar domotica aan toe te voegen als een ‘nice-to-have’.