- Bouwkundig ontwerp
- Zonwerend glas
- Zonwering
- Beperken interne warmtelast
- Groen in de gebouwde omgeving
- Spuiventilatie
- PCM en koudebuffers
- Ventilatoren
- Warmteterugwinning (WTW) bypass
- Airconditioning (A/C)
- Warmtepomp voor koeling
- Koudenetten
- Thermo-akoestische koeling
- Magneto-calorische koeling
- Dauwpuntkoeling
- Absorptiekoeling
- Adsorptiekoeling
- Koudevraag in Nederland en Europa
Koudetechnieken beoordelingsmatrix
De beoordelingsmatrix maakt het gemakkelijk om de verschillende koudetechnieken in dit kennisdossier met elkaar te vergelijken. De koudetechnieken worden hierin (waar mogelijk) beoordeeld op:
- Type koeling
- Voor- en nadelen
- Kosten. De kosten zijn voor alle systemen en toepassingen sterk afhankelijk van de grootte van het systeem of gebouw en het beoogde gebruik. We geven hier een inschatting van de kosten voor een gemiddelde rijwoning.
- Energie-efficiëntie
- Marktrijpheid ('Technology Readiness Level', TRL). We sluiten hier aan bij de niveaus zoals de EU die aanhoudt:
- TRL 1 - onderzoek van het basisprincipe
- TRL 2 - formulering van het technologische concept
- TRL 3 - experimenteel bewijs van het ontwerp
- TRL 4 - validatie van de technologie in een laboratorium
- TRL 5 - validatie van de technologie in een echte omgeving
- TRL 6 - demonstratie van de technologie in een echte omgeving
- TRL 7 - demonstratie van het systeem in de vorm van een prototype in een gebruiksomgeving
- TRL 8 - kwalificatie van een geheel systeem
- TRL 9 - demonstratie van het echte systeem in een gebruiksomgeving
Terminologie
Om de koudetechnieken te beoordelen, is gebruikgemaakt van definities uit de Nederlandse wetgeving en van (inter)nationale kennisinstituten en beleidsorganisaties. De termen 'koudevraag' en 'koudebehoefte' worden in deze factsheets door elkaar gebruikt. Daarmee wordt de koudebehoefte bedoeld zoals in NEN 7120 (EPG)/NTA 8800 wordt gedefinieerd: "koude die moet worden geleverd aan een rekenzone om de gewenste temperatuur gedurende een bepaalde periode te handhaven".
Het gaat dus om de hoeveelheid energie die nodig is om een ruimte of gebouw op de gewenste temperatuur te houden. De koudebehoefte wordt vervolgens geleverd door een koelsysteem of -apparaat. Zo'n installatie verbruikt energie waardoor het 'finaal verbruik' (meterstand) van de woning / het gebouw toeneemt.
Vanuit de International Energy Agency (IEA) Annex 80 – 'Resilient Cooling' [1] is koeling onderverdeeld in vier categorieën:
- Weren van warmte (voorkomen van de koudevraag)
- Verminderen van voelbare warmte (verbeteren van het persoonlijk comfort)
- Warmte verwijderen uit de ruimte (actief wegkoelen)
- Verminderen van latente warmte (luchtvochtigheid verlagen)
Voelbare warmte
Wanneer een voorwerp wordt verwarmd, stijgt de temperatuur ervan. Deze stijging van warmte wordt voelbare warmte genoemd. Wanneer er warmte van een voorwerp wordt verwijderd en dus de temperatuur wordt verlaagd, is dit vermindering van voelbare warmte.
Latente warmte
Warmte die nodig is voor faseovergangen van stoffen (vast naar vloeibaar, of vloeibaar naar gas) wordt latente warmte genoemd. Bij het koelen van latente warmte wordt er condensatie gevormd in de koelinstallatie, doordat er warmte uit de lucht wordt gehaald. Dit is mogelijk door het vocht uit de lucht te onttrekken.
Topkoeling en mechanische koeling
Er bestaan verschillende varianten van koeling. Zo is er koeling met lucht, water, of koudemiddelen. Installaties kunnen zorgen voor:
- topkoeling (waarbij enkele graden wordt gekoeld ten opzichte van de ruimtetemperatuur)
- mechanische koeling (waarbij tot een bepaalde ingestelde temperatuurwaarde wordt gekoeld.
Sorptiekoeling
Sorptiekoeling is een koudetechniek die werkt met thermische compressie, wat eigenlijk neerkomt op koelen met warmte. Er wordt hierin onderscheid gemaakt tussen absorptie- en adsorptiekoelers. Ze werken volgens hetzelfde principe, maar met verschillende stoffen.
- Absorptiekoelers werken met de aantrekkingskracht tussen twee vloeistoffen: ‘absorptie’ van een koudemiddel in een vloeistof (bijvoorbeeld water-lithiumbromide, of ammoniak-water)
- Adsorptiekoeling werken met een vloeistof en een vaste stof: ‘adsorptie’ van een koudemiddel in een vaste stof (bijvoorbeeld water en silicagel)
Absorptiekoelers hebben een hoge temperatuur warmtebron nodig (minstens 80 - 90ºC), terwijl adsorptiekoelers bruikbaar zijn bij iets lagere temperaturen (minstens 50 - 60ºC).
COP en EER
De capaciteit van installaties wordt uitgedrukt met een prestatiecoëfficiënt (meestal gebruikt voor het verwarmingsrendement) 'Coefficient of Performance' (COP), of de energie-efficiëntieverhouding 'Energy Efficiency Ratio' (EER) voor het koelrendement. De COP berust op de verhouding tussen output vermogen en input vermogen, terwijl de EER wordt berekend met de verhouding van uitgaande koelenergie en de daarvoor benodigde elektrische energie. Hoe hoger de waarden, des te efficiënter het systeem. Aanvullend op de COP en EER worden ook de SCOP en SEER gebruikt (waar de S staat voor 'seasonal). In de SCOP en SEER wordt ook rekening gehouden met de (negatieve) invloed van het seizoen. Hierdoor zijn installaties beter onderling te vergelijken, omdat er niet uitgegaan wordt van de meest gunstige omstandigheden, maar van een realistische situatie.
Als voorbeeld: De koudebehoefte van een woning is 400 kWh per jaar. De koude wordt geleverd door een airconditioner met een rendement (COP) van 4. De energievraag (elektriciteit) van het koelsysteem is dan 100 kWh per jaar.
Bij sorptiekoeling is de prestatiecoëfficiënt (COP) net wat anders: Omdat bij sorptiekoeling warmte wordt gebruikt als energiebron wordt de COP van dergelijke systemen gedefinieerd als de verhouding van de onttrokken warmte tot de daarvoor gebruikte toevoerwarmte. Voor het overall-rendement moet de COP van de sorptiekoeling nog worden vermenigvuldigd met het rendement van de warmteopwekking.
Beleid
In een gezond en comfortabel huis is het niet snel te warm. Ook niet tijdens een lange en hete zomer. Bij nieuwbouw zijn slimme maatregelen nodig waarmee bewoners de woning koel kunnen houden. In de bouwregelgeving is hier tot nu toe geen aandacht aan gegeven. Dat verandert per 1 januari 2021. Dan wordt voor nieuw te bouwen woningen een grenswaarde gesteld om het risico op oververhitting te voorkomen. Deze kans wordt aangeduid met het TOjuli-getal.
TOjuli
Dit getal geeft de kans op temperatuuroverschrijding aan. De grenswaarde is maximaal 1,2. Boven die grenswaarde mag er geen bouwvergunning voor nieuwe woningen zonder actieve koeling worden verleend, tenzij met een uitgebreide berekening wordt aangetoond dat de woning wél voldoet aan dit comfortcriterium. Hoe kleiner het getal, hoe kleiner het risico op oververhitting. Dus hoe groter de kans is dat de woning ook in de zomer comfortabel is. Als een berekening niet aan de grenswaarde van TOjuli voldoet, kunnen extra maatregelen worden getroffen. Hoe TOjuli wordt berekend, staat in paragraaf 5.7.2 van de NTA 8800.
In het kader van de TOjuli berekening vallen onder 'actieve koeling' uitsluitend systemen die koudevraaggestuurd zijn c.q. de regeling/aansturing vindt plaats op basis van een te hoge ruimtetemperatuur. Bijvoorbeeld systemen met regeneratie van een bodembron (vrijwel alle bodem-water/water-warmtepompsystemen en WKO's) die circuleren met brine/water door de vloerverwarmingsleidingen vallen hier onder. Een boosterwarmtepomp is warmtegestuuurd en valt hier expliciet buiten.
Aanleiding voor het opstellen van de factsheets
In mei 2018 heeft W/E adviseurs in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) een rapport opgeleverd waarin de koudevraag (de behoefte om te koelen) in de gebouwde omgeving is onderzocht [1]. De verwachting is dat daardoor ook de koudevraag in de gebouwde omgeving gaat toenemen. Dat komt door:
- klimaatverandering en daarmee een toename van het aantal zomerse dagen. De temperatuur in de zomer zal daardoor stijgen.
- het toenemend aantal ouderen die minder goed tegen hogere temperaturen kunnen
- de gewenning van comfort van airconditioners in bijvoorbeeld de auto, trein en werkplek
Door grip te krijgen op de verwachte koudevraag, is het nodig geschikte technologische oplossingen te vinden voor de Nederlands markt. W/E adviseurs heeft daarvoor in opdracht van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) voor de Topsector Energie op verzoek van TKI Urban Energy een serie factsheets gemaakt over diverse koudetechnieken die in de gebouwde omgeving kunnen worden gebruikt. Deze koudetechnieken kunnen zorgen voor een aangenamer binnenklimaat en kunnen bovendien hittestress tijdens warme periodes voorkomen.
'Passieve maatregelen' blijken vaak voldoende om de kans op oververhitting te beperken, zoals:
- de grootte en oriëntatie van de ramen
- zonwering
- zomernachtventilatie
- overstek op het zuiden
- bouwmassa
Actieve maatregelen (door middel van elektrische systemen) kunnen aan een gebouw worden toegevoegd als passieve maatregelen niet mogelijk zijn of te weinig effect hebben.
De verschillende (koude)technieken worden in deze factsheets onder de loep genomen en onder meer beoordeeld op prestaties, duurzaamheid, beschikbaarheid, grootte en kosten. De factsheets zijn bedoeld voor beleidsambtenaren bij gemeenten, vastgoedbezitters van woningen of utiliteitsgebouwen, bewoners en andere betrokkenen.
Bronnen / verder lezen
- "Ontwikkeling van koudevraag van woningen", W/E adviseurs WE9526, 29 mei 2018, https://projecten.topsectorenergie.nl/projecten/ontwikkeling-koudevraag-woningen-00031368
- IEA EBC Annex 80 – Resilient Cooling. (2019). http://annex80.iea-ebc.org/
Dit dossier is geschreven door W/E adviseurs in opdracht van TKI Urban Energy en RVO.nl