Elektrificatie speelt een grote rol in de verduurzaming van de industrie. De vraag is hoeveel de industrie precies nodig heeft. Wat is het potentieel van elektrificatie? En hoe kan de energiesector daarop inspelen? “Om dat voor beide sectoren duidelijk te maken, hebben we de Routekaart Elektrificatie in de industrie opgesteld”, zegt Kreiter, die naast directeur van TKI Energie en Industrie ook zitting heeft in de Werkgroep Power-to-Industry, de opdrachtgever voor de ontwikkeling van de Routekaart.
Minimaal 80 TWh nodig
Het TKI Energie en Industrie stelde samen met onderzoeksorganisatie TNO en adviesbureau DNV de Routekaart op. “We hebben voor het eerst het potentieel van directe en indirecte elektrificatie in de industrie in detail uitgerekend”, zegt Kreiter. “Naar verwachting voorziet duurzaam opgewekt stroom van vooral wind op zee minimaal voor 60% van de totale energiebehoefte. In 2030 zullen we 30 terawattuur (TWh) extra elektriciteit nodig hebben voor de industrie. In 2050 is dat 80 tot 130 TWh. Dat is meer dan al het huidige elektriciteitsgebruik in Nederland bij elkaar opgeteld.”
No regret-investeringen
De elektriciteitsvraag van de industrie stijgt dus enorm. “Zelfs als we alles weten te halen uit groen gas, geothermie en CCS (ondergrondse CO2-opslag, red.), dan nog hebben we 80 TWh nodig. Voor de industrie is dit een no regret-doelstelling. Bedrijven en netbeheerders kunnen met een gerust hart investeren in elektrificatie. Belangrijk is wel om dit in hetzelfde tempo te doen als de groei van het aanbod van duurzame elektriciteit.”
Elektrificeren in 3 golven
De Routekaart onderscheidt 3 ‘golven’ waarin de industrie tot 2050 elektrificeert. “Op korte termijn, tot 2030, kunnen industriële bedrijven investeren in e-boilers, elektrische aandrijvingen en inzetten op innovaties die na 2030 nodig zijn. Daarna kan de sector inzetten op grootschalige elektrolyse voor groene waterstof. In de derde golf moeten we hoogtemperatuurprocessen zien te elektrificeren.”
Stappenplan
Het elektriciteitsvraagstuk vereist een intensieve samenwerking, niet alleen met de energiesector, maar ook met de overheid. Die kan met beleidsmaatregelen en instrumenten voor de juiste randvoorwaarden zorgen. “Met SDE++ kun je een impuls geven. Het is onderdeel van de eerste stap die we in de Routekaart adviseren aan alle betrokken partijen. Een volgende stap is om het vermogen van wind op zee te ontwikkelen in samenhang met de industriële vraag. Ook moet met spoed gewerkt worden aan meer transportcapaciteit voor elektriciteit en waterstof. En er is een programmatische aanpak gevraagd voor innovatie en kennisverspreiding.”

Rol TKI Energie en Industrie
Eigenlijk is de ontwikkeling van de Routekaart zelf al een belangrijke stap geweest in de elektrificatie van de industrie, stelt Kreiter. “De energie- en industriesector raakten daardoor met elkaar in gesprek over dit vraagstuk. Het TKI heeft daar als onafhankelijke partij een verbindende rol in gespeeld. We zijn goed in het opzetten van een ecosysteem van uiteenlopende partijen. Dat heeft geleid tot een breed gedragen Routekaart waaraan beide sectoren houvast aan hebben. En ik verwacht dat dit impact gaat hebben op de politieke discussies en op het beleid van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.”
Benieuwd? Lees hier de Routekaart Elektrificatie.