Beter op elkaar aansluiten
Na de bachelor Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie en master Environment and Society Studies, is dit onderzoek op haar lijf geschreven, vertelt Rosalie. ‘In de energietransitie is er nog weinig onderzoek gedaan naar de antropologische aspecten. Het is een complex en interessant systeem, waar heel veel bij komt kijken. We proberen uit te zoomen naar het grotere plaatje vanuit verschillende vakgebieden. Daarbij onderzoeken we wat alle partijen nodig hebben om beter op elkaar aan te sluiten, en zo bewoners te ontlasten. Een heel simpel voorbeeld: zorgen dat de grond in een nieuwbouwwijk niet meerdere keren opgebroken hoeft te worden voor de aanleg van glasvezel, elektriciteit en andere kabels.’
Goed luisteren
Om zo goed mogelijk begrip te krijgen voor de situaties en processen, gaat het onderzoeksteam in deze fase vooral het veld in. Ze kijken nu bij verschillende gemeenten wat er speelt, wie ermee te maken heeft en wat er beter kan. Om verschillende perspectieven op te halen gaat Rosalie in gesprek met bijvoorbeeld gemeentes, provincies, netbeheerders en adviesbureaus. ‘Belangrijk is dat we goed luisteren naar wat er gezegd wordt én wat er niet gezegd wordt. Vervolgens vragen we door naar de betekenis daarvan, vanuit de verschillende invalshoeken. Door expliciet te maken waar mensen elkaar niet goed verstaan, kan een antropoloog goed de pijnpunten in het systeem aanwijzen. En de oplossingen hoeven niet eens groot te zijn. Soms zijn kleine veranderingen voldoende voor meer onderling begrip of versnelling van de processen.’
Uitkomsten visueel maken
Met de resultaten van het veldwerk wil het onderzoeksteam een overzicht maken met de meest voorkomende aandachtspunten. Deze besluitvormingsprocessen worden visueel verwerkt, zodat partijen dit mee kunnen nemen in de besluitvorming en samenwerking. Als voorbeeld noemt Rosalie een casus waarbij het regionale energienet wordt uitgebreid met een onderstation. Hier zijn verschillende overheden en netbeheerders bij betrokken, die volgens hun eigen processen, tijdlijnen en informatie werken. Wanneer deze partijen eerder met elkaar in contact staan en beschikbare informatie over ruimte en energie (eerder) delen, kun je hier veel procestijd en -gemak winnen. Dit geldt ook voor het meenemen van omwonenden; zorg ervoor dat omgevings- en participatietrajecten goed op elkaar zijn afgestemd.
Wijziging bevoegd gezag
In een ander voorbeeld wijzigt het bevoegd gezag van rijksniveau naar gemeenteniveau. Op zo’n moment moet het proces goed overgedragen worden. Daarnaast is het goed om stil te staan bij de veranderde dynamiek: rollen, verantwoordelijkheden en opvattingen daarover wijzigen mee. Ook is het perspectief van de gemeente veel meer gekleurd door lokale belangen, wat weer tot andere ruimtelijke afwegingen kan leiden.
Landelijk is vaak ook lokaal
Naast lokale initiatieven heeft het programma ook te maken met landelijke projecten zoals Wind op Zee of de aanleg van de waterstofbackbone. Die zijn van nationaal belang, maar hebben lokaal vaak ook impact op de leefomgeving. ‘Onder welke voorwaarden zijn mensen bereid om rust en ruimte op te geven voor onze toekomst? De energietransitie is in volle gang en hard nodig. We zitten er middenin, en gaan niet meer terug. Nu heeft onze energiesector de taak om dit in goede banen te leiden en daarin op tijd samen te werken met organisaties die van diezelfde krappe ruimte gebruik willen maken.’
Meer weten? Lees hier meer over het programma Ruimte voor Energie, of neem contact op met Rosalie Braakman of Nienke Maas van TNO Vector.