Doel en achtergrond
De energietransitie gaat gepaard met grote technische en sociale veranderingen die alle delen van de samenleving zullen raken. Het draagvlak voor de grote veranderingen wordt in sterke mate bepaald door de rechtvaardigheid ervan. De rechtvaardigheid van de energietransitie, korter benoemd als energierechtvaardigheid, is daarom een cruciale factor voor het tempo en het welslagen van de energietransitie. Het is een complex en veelzijdig onderwerp dat vele actoren raakt en zich uitstrekt over meerdere schaalniveaus.
De Topsector Energie Systeemintegratie heeft behoefte aan inzicht in welke onderzoeksactiviteiten op dit onderwerp gedaan kunnen worden. Talent voor Transitie heeft daarom voor Systeemintegratie in opdracht van RVO, een verkennend onderzoek uitgevoerd met als doel de hoofdlijnen van een Kennis- en Innovatieagenda Energierechtvaardigheid te schetsen. Deze agenda is gebaseerd op een inventarisatie van kennishiaten, op de kennisbehoefte van betrokken actoren, en tenslotte op de uitkomsten van een workshop met actoren.
![ER workshop 4](/media/images/CamScanner_2024-01-19_11.09_4.width-900.jpg)
Resultaten
Uit literatuuronderzoek blijkt dat er veel onderzoek is gedaan naar het concept van energierechtvaardigheid. De vertaling van het concept naar beleid is echter nog problematisch, aangezien het niet direct toepasbaar is in de beleidspraktijk. Een cruciale stap om het begrip energierechtvaardigheid hanteerbaar te maken is het formuleren van de juiste vragen en het explicieter benoemen van onderliggende rechtvaardigheidskeuzes. Uit de interviews blijkt bij veel actoren grote behoefte te bestaan aan een bruikbare manier om energierechtvaardigheid in de eigen beleids- of bedrijfspraktijk toe te passen. Er is behoefte aan concrete ondersteuning (kennis en onderzoek) om tot een goed werkende toepassing te komen.
In de ontwikkelde Kennis- en Innovatieagenda zijn drie hoofdlijnen gedefinieerd, die een samenhangend geheel vormen.
- Hoofdlijn 1: Aanpak en Instrumentarium. Deze hoofdlijn richt zich op het ontwikkelen van een consistente en coherente aanpak en instrumentarium voor energierechtvaardigheid in de praktijk bij betrokken actoren, zoals rijksoverheid, provincies, gemeenten, energiebedrijven, netbeheerders, woningbouwcorporaties en energiecoöperaties. Op basis van praktijkvoorbeelden/cases wordt het instrumentarium ontwikkeld dat de practitioners helpt besluiten te nemen. Het instrumentarium wordt participatief en op een lerende manier ontwikkeld.
- Hoofdlijn 2: Implementatie en Leren. Deze hoofdlijn beoogt energierechtvaardigheid goed in de praktijk te laten landen door het verspreiden van de opgedane kennis, het uitwisselen van opgedane ervaringen en het aanreiken van noodzakelijke vaardigheden door training of cursussen. Deze hoofdlijn draagt bij aan het creëren van draagvlak en het opbouwen van kennis en competenties.
- Hoofdlijn 3: Ontwikkelen van Beleid. Deze hoofdlijn beoogt de praktijktoepassing te verbeteren door energierechtvaardigheid met beleid te ondersteunen. Het gaat daarbij om het beter verankeren van energierechtvaardigheid in het beleid, het wegnemen van knelpunten en het monitoren van het beleid.