Schurende belangen
Ruud Cino, ministerie van EZK en Marjolein Bot, Topsector Energie, gingen in op de nieuwe realiteit van het hoofdlijnenakkoord, de noodzaak om te leren omgaan met schaarste en onzekerheid en de wil en urgentie om ondanks soms schurende belangen meer samen te werken. “We zijn niet gewend om om te gaan met schaarste. Schaarste aan energie, ruimte, arbeidskrachten, maar ook bijvoorbeeld woonruimte en natuur. Dat vraagt om nieuwe kennis en innovatie. Daar zetten wij ons voor in.”
Impact op en van jongeren
Vanuit Unicef riep Marianne Hangelbroek op om te blijven omkijken naar kinderen en de impact die klimaatverandering op hen heeft. Na de werksessies keken we met de ‘oude en nieuwe generatie’ terug en vooruit. Eén van de tegeltjeswijsheden van oud-directeur Topsector Energie systeemintegratie Mart van Bracht is – naast alle andere tegeltjes – ‘naast verzwaren ook verslimmen’. Laura de Vries, directeur JongRegio, besloot de bijeenkomst met een vurig pleidooi om jongeren meer te betrekken bij beleid- en planvorming in de energietransitie. “Wat je ook doet bij al je plannen, zorg ervoor dat wij als jongeren aan tafel zitten. Het gaat tenslotte om onze toekomst!”
![Netwerkevent SI](/media/images/IMG_9852_Marjolein_Ruud_Serge.width-650.jpg)
![Netwerkevent SI](/media/images/IMG_9956_Marianne_Unicef.width-650.jpg)
![Netwerkevent SI](/media/images/IMG_0203_MabelBohms.width-650.jpg)
![Netwerkevent SI](/media/images/IMG_0216_laura_close.width-650.jpg)
Werksessies
Er waren acht werksessies, begeleid door twaalf experts. In werksessie ronde 1 leerden we samen van afgeronde projecten en bespraken we de toepasbaarheid. In werksessie ronde 2 verkenden we samen ontwikkel- en innovatievragen. Hieronder in de fold-outs worden kort de belangrijkste punten van elke werksessie besproken.
Ronde 1
-
Het programma Holon bestaat sinds 2022. Het is een tool en werkwijze voor lokale semi-autonome energiegemeenschappen. Met behulp van een rekentool kunnen gemeenschappen, zoals bedrijventerreinen of woonwijken, interactief de voordelen en potentie van samenwerking zien op verschillende lagen van het energiesysteem: zo kan onder andere netcongestie worden voorkomen, kosten bespaard en duurzame energie beter benut.
De focus van deze werksessie was: Hoe kunnen we Holontool verbeteren en groter maken en het meer in ieders hart en gedachten krijgen? Er kwamen verschillende reflecties uit de zaal. Een deelnemer vroeg bijvoorbeeld: "Kunnen er conflicten tussen Holons ontstaan?" Auke Hoekstra, projectleider Holon vanuit ZenMo, legde uit dat netcongestie een conflict is dat door samenwerkingen in Holons kan worden voorkomen. Hij benadrukte het belang van het implementeren van Holons voor de betere benutting van beschikbare energie, om zo netcongestie te verminderen. Samenwerkingen, ook daar waar belangenverstrengelingen zijn, staan centraal.
Tijdens de sessie werden drie call to actions benadrukt door Auke. Hij spoorde mensen aan om hun eigen Holon op de website holontool.nl te plaatsen, deel te nemen aan de doorontwikkeling van Holon en te helpen om de meerwaarde van Holons te kwantificeren. Interesse? Neem contact op met Auke via info@holontool.nl Bekijk de slides voor meer informatie of bekijk de website.
-
Besluitvorming rondom grote vraagstukken in de energietransitie, is steeds vaker zo complex, dat er meerdere modellen nodig zijn om goede scenario’s te ontwikkelen. Het MMvIB onderzoeksproject zet de eerste stappen richting een nationale multi-model infrastructuur. Dat doet het door bestaande modellen te combineren tot een geavanceerder model. Daarmee kunnen diverse scenario's worden doorgerekend. Op dit moment liggen de uitdagingen van het project in het combineren en verbinden van deze verschillende modellen, met oplossingen die zijn verkend bij verschillende use cases. De lessen die hieruit geleerd zijn en waarop verder wordt gebouwd, kun je vinden in de slides.
Bram van der Waaij van TNO benadrukte namens het consortium de essentie van een nationale multi-model infrastructuur voor de energietransitie. Hij deed ook een oproep om gezamenlijk verder te ontwikkelen, te experimenteren en te leren. De aanpak van "begin gewoon met vallen en opstaan" lijkt een goede manier om ervaring te krijgen in multi-modellering. Tijdens de sessie werd ook opgeroepen tot meer deelnemers die willen bijdragen aan de verdere verbetering van het model. Meer informatie hier beschikbaar op of neem contact op met Igor Nikolic projectleider MMvIB.
-
Ruimte in Nederland is schaars en door de komst van steeds meer lokale energiesystemen, neemt energie neemt meer ruimte in dan vroeger. Met de hoge bevolkingsdichtheid in Nederland en groeiende energiebehoeften is het essentieel om duurzame energiesystemen te integreren met andere ruimtelijke opgaven zoals woningbouw en landbouw. Dit project onderzoekt hoe we ons toekomstige duurzame energiesysteem vormgeven in synergie met andere ruimtelijke opgaven zoals woningbouw of landbouw, door kennis en instrumenten te ontwikkelen.
Tijdens de werksessie bracht Nienke Maas, projectleider vanuit TNO, verschillende belangrijke punten naar voren. Deelnemers toonden vooral interesse in het gestructureerde proces en de tools die tot nu toe ontwikkeld zijn. De deelnemers gaven hun waardering van de tools en keken of deze voor verschillende partijen relevant zou zijn, zoals netbeheerders, decentrale overheden en adviseurs. De waarde voor decentrale overheden werd het grootst geschat. Daarnaast bleek dat veel deelnemers binnen een termijn van twee jaar verwachten dat de ontwikkelde instrumenten gebruikt kunnen worden. Bekijk de slides voor meer informatie of bekijk de projectpagina.
-
Het SynergyS-project speelt in op de groeiende noodzaak om flexibiliteit in het energiesysteem te vergroten, vanwege het toenemende aandeel van niet-stuurbare hernieuwbare energiebronnen. Het doel van dit project is het realiseren van een marktgebaseerde aansturing van een Smart Multi-Commodity Energy System, dat wordt getest in de praktijk met fysieke assets. Deze marktgebaseerde aansturing omvat nieuwe lokale energiemarkten voor elektriciteit, waterstof en warmte, als aanvulling op de bestaande nationale markten. Het project wordt getest in de praktijk, met een combinatie van Digital Twins en fysieke assets. Het testen met fysieke assests zorgt ervoor dat het geen theoretisch model blijft, maar straks ook echt in de praktijk toepasbaar is.
Tijdens de werksessie werden door Marten van der Laan, projectleider vanuit de Hanze Hogeschool, verschillende uitdagingen van het project gedeeld. Momenteel is één van de grootste uitdagingen het schalingsprobleem. Niet zozeer in het vergroten van het aantal componenten in het systeem, maar in de schaalvergroting van de componenten zelf. Grotere elektrolysers of batterijen gedragen zich anders dan kleinere versies, en je kunt het gedrag van kleine, individuele componenten niet zomaar als representatief nemen voor grotere versies. Daarom is het essentieel om deze opschaling zorgvuldig te doen, met nadruk op het valideren van prestaties en gedrag van de componenten. Daarnaast zitten niet alle regionale partijen te wachten op dit systeem, vooral vanwege uiteenlopende belangen. De urgentie om de oplossingen van dit project toe te passen in de praktijk, toe te passen, worden vergroot door de huidige netcongestieproblematiek. Dat kan een extra drijfveer zijn voor een 'nu moet het'-moment, waarbij de implementatie van marktgebaseerde aansturing noodzakelijk wordt.
Het SynergyS-project streeft dus naar een schaalbaar en representatief systeem dat breed gedragen wordt, dat op deze manier kan bijdragen aan een flexibeler en rechtvaardiger energiesysteem. Meer weten? Bekijk hier de slides.
![Netwerkevent SI](/media/images/IMG_0109_werksessie.width-650.jpg)
![nextgen](/media/images/IMG_0042_MabelBohms.width-650.jpg)
Ronde 2
-
De Hanzehogeschool Groningen, Hogeschool Arnhem-Nijmegen, Hogeschool van Amsterdam, Saxion Hogeschool, Haagse Hogeschool en de Technische Universiteit Delft werken sinds 2020 intensief samen aan Learning Communities op het gebied van systeemintegratie. Binnen een Learning Community is er ruimte voor het uitwisselen van kennis tussen kennisinstellingen en praktijkpartners en het verbeteren van de kennisoverdracht binnen de energietransitie.
De kennisinstellingen werken in vier regio's aan verschillende ontwikkelingen: 1) opbouw van de nationale Learning Community Systeemintegratie, 2) gezamenlijk aanbod van leerpaden op het gebied van systeemintegratie, 3) systematiek voor kennisdeling. Het doel van de werksessie was om informatie op te halen over deze drie aspecten. Daarnaast werden vragen gesteld aan het publiek over hun leerbehoeften, huidige kennisbronnen en leermethoden. De algemene conclusie was dat samenwerking tussen diverse disciplines, het bedrijfsleven, en studenten op verschillende niveaus cruciaal is voor effectieve kennisdeling van systeemintegratie. De manier waarop studenten en professionals leren in de praktijk verschilt. Daarom is een inzet op praktijkgerichte leervormen, met echte casussen en zogenaamde blended0learning methodes belangrijk. Daarbij wordt ingezet op meer traditionele leervormen zoals werkcolleges en workshops, in combinatie met bijvoorbeeld korte tutorials via youtube. Bekijk de slides voor meer informatie of bekijk de projectpagina.
-
Energierechtvaardigheid is een cruciaal concept dat zich richt op de eerlijke verdeling van zowel de voordelen als de lasten van energieproductie en -consumptie. Tijdens deze sessie gaf Nynke van Uffelen van TU Delft een uitgebreide toelichting op wat energierechtvaardigheid inhoudt en welke verborgen onrechtvaardigheden vaak over het hoofd worden gezien.
Nynke heeft hiervoor een raamwerk ontwikkeld dat door de Topsector Energie Systeemintegratie is gebruikt voor de position paper over energierechtvaardigheid over energierechtvaardigheid. Dit framework biedt inzicht in verschillende dimensies van rechtvaardigheid, zoals verdelingsvraagstukken, erkenning van behoeften en belangen, besluitvormingsprocessen en herstel. De position paper verkent ook de toepasbaarheid van energierechtvaardigheid binnen beleids- en projectontwikkeling.
Momenteel werkt Topsector Energie Systeemintegratie aan een nieuw programma rondom de rechtvaardige en inclusieve energietransitie. Dit programma richt zich op het verzamelen van kennis, innovatie- en leerbehoeften met betrekking tot energierechtvaardigheid, het vergroten van de maatschappelijke steun voor de energietransitie, en het bevorderen van inclusiviteit en rechtvaardigheid. Tijdens de sessie gingen we het gesprek aan met de deelnemers over energierechtvaardigheid en hoe we dit thema verder kunnen brengen. Een belangrijke vraag die naar voren kwam was: "Hoe kun je het eerlijke verhaal vertellen aan degenen die het niet weten of begrijpen?" Het antwoord hierop ligt onder andere in eerlijk en transparant communiceren over gemaakte keuzes, het bespreekbaar maken van pijnpunten, en het openbaar maken van het participatieproces. Meer informatie over het programma vindt je hier. Bekijk hier de slides.
-
Hoe weten overheden en bedrijven of beslissingen financieel, economisch en maatschappelijk 'juist' zijn? En hoe kunnen organisaties rekening houden met de vele onzekerheden in de toekomst? Op dit moment bevindt de wereld zich in een staat van diepe onzekerheid, en grote investeringen in de energietransitie brengen een hoog risico met zich mee. Ook worden beslissingen vaak vanuit één perspectief genomen. Terwijl er op systeemniveau grote onderlinge afhankelijkheid tussen organisaties is. Besluitvorming zou dus veel meer adaptief kunnen worden georganiseerd. We hebben geïntegreerde, veranderbare plannen nodig die met verschillende toekomstige ontwikkelingen om kunnen gaan. Dit vereist een continu proces van mogelijke toekomsten identificeren, plannen stress-testen, en het constant monitoren en aanpassen van deze plannen.
In de werksessie werd door Igor Nikolic van TU Delft besproken wat hiervoor een oplossing kan zijn: een robuust adaptief energie deltaplan, geïnspireerd door het Nationaal Deltaprogramma voor water. Aangezien de energietransitie vele malen complexer is, is het cruciaal dat we dit op een ambitieuze en systematische manier aanpakken. Dit plan zou verdeeld kunnen zijn over vijf componenten, namelijk 1) nationale scenario ruimte, 2) nationale data-infrastructuur, 3) nationale multi-model infrastructuur, 4) betekenisgeving, interpretatie en planontwikkeling en 5) monitoring en adaptatie van plannen (voor meer informatie hierover check de slides) Maar kunnen we dit ook echt gaan doen? Hierover ging de discussie tijdens de werksessie.
Er klonken veel geïnteresseerde geluiden uit het publiek. Netbeheer Nederland benadrukte: “Lineaire plannen werken niet meer, wat dynamisch plannen belangrijk maakt. Adaptief denken is nodig en we moeten de politiek, bestuurders en beleidsmakers hierbij betrekken”. De meeste deelnemers geloven dat instrumentarium voor adaptieve besluitvorming handvatten zou kunnen bieden in een onzekere wereld, maar zijn ook kritisch “We hebben routes nodig om keuzes te kunnen maken, maar kan het ook eenvoudiger?” Daarnaast zijn er vragen over de risico’s van scenario’s: "Gaan mensen niet gewoon kiezen voor scenario’s die het meeste verdienen?" Vanuit het Programma Systeemintegratie zijn we voornemens een verkenning uit te laten voeren om adaptieve besluitvorming concreet handen en voeten te geven. Bekijk hier de slides.
-
Een Energy Hub is een slim gestuurd, decentraal energiesysteem waar hernieuwbare energieopwekking en energieconsumptie in een specifiek gebied zoveel mogelijk op elkaar wordt afgestemd. Energy Hubs zijn er in vele soorten en maten. Op dit moment zitten Energy Hubs nog aan het begin van de innovatie S-curve, wat betekent dat we nog in de ontwikkelingsfase zitten. Om meer versnelling aan de ontwikkeling te geven heeft de Topsector Energie Systeemintegratie samen met RVO de vraag uitgezet bij Royal HaskoningDHV om ‘orde in de chaos van energy hubs te scheppen’ door archetypen van energy hubs te ontwikkelen en ervoor te zorgen dat andere partijen, zoals overheden en netbeheerders, sneller aan de slag kunnen met energy hubs.
Tijdens deze sessie gaf Ron de Graaf vanuit Royal HaskoningDHV een aantal eerste inzichten uit hun onderzoek. Eén van de belangrijkste onderdelen van dit onderzoek is het selecteren van verschillende archetypes (“families”) voor energy hubs met een groot herhalingspotentieel. Verder wordt er gekeken naar de uitingsvormen en toepassingsgebieden, en wordt via een “bouwstenenmethodiek” een kwantitatieve inschatting gemaakt van de maatschappelijke impact. De resultaten van het onderzoek van Royal HaskoningDHV worden eind juni verwacht. Bekijk hier de slides.
Ook werd het woord gegeven aan Bastiaan de Jonge van de Provincie Utrecht, die als doelstelling hebben om 20 Energy Hubs te realiseren in Utrecht voor eind 2025. Volgens Bastiaan “ligt een goede aanpak voor Energy Hubs vooral in de overgang van individueel naar gezamenlijk opereren: bijvoorbeeld regionale partijen, die ergens sterk in zijn, moeten met elkaar aan de slag gaan.” Daarnaast benadrukt hij het belang van eigenaarschap en een sterke regierol, het testen van meer praktijkvoorbeelden, het beschikbaar stellen van meer middelen voor onrendabele top en procesgeld, en het verder te kijken dan alleen elektriciteit. Hij stelt voor om samen met sterke partijen, zoals de Topsector Energie, TNO en andere kennisinstellingen een innovatieroadmap uit te werken en uit te voeren. Bekijk hier de slides van de Provincie Utrecht.
Wij kijken terug op een geslaagde dag en bedanken iedereen voor hun deelname! We hopen dat ook jij nieuwe kennis, inzichten en contacten hebt opgedaan.
![Netwerkevent SI](/media/images/IMG_9877_MabelBohms.width-650.jpg)
![Netwerkevent SI](/media/images/IMG_2238_MabelBohms.width-650.jpg)
![Netwerkevent SI](/media/images/IMG_2210_kunst.width-650.jpg)
![Netwerkevent SI](/media/images/IMG_2248_MabelBohms.width-650.jpg)
![holon](/media/images/IMG_0071_MabelBohms.width-650.jpg)
![Netwerkevent SI](/media/images/netwerk.width-650.jpg)